Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de volken, die zalig worden, zullen [49]in haar licht wandelen; en [50]de koningen der aarde [51]brengen hun heerlijkheid en eer in dezelve. 49. Dat is, der heerlijkheid van de gehele gemeente ook deelachtig zijn, gelijk Christus zegt Matth.8:11, dat zij met Abraham, Izaak en Jakob zullen aanzitten in het koninkrijk Gods. 50. Namelijk die gelovig zijn geworden. En deze woorden zijn ook genomen uit Jes.60:3. 51. Niet dat deze koninklijke macht daar nog zal duren, want het tegendeel betuigt Paulus 1 Kor.15:24; maar dat zelfs de koningen, die hier in grote heerlijkheid zijn geweest, hun deel ook zullen hebben in de heerlijkheid dezer gemeente, in zulk een mate als God hun zal gelieven mede te delen.